Alexander Poesjkin - Verzameld Werk Delen 1 en 2 - nieuwstaat

€ 32,50

2 Gebonden boeken met stofomslag met zeer lichte gebruikssporen, algeheel in zeer goede, gave staat, zonder inschrijvingen, zie foto's.

  • Verzamelde Werken Deel 1 - De Novellen in Verzen

    Auteur: Alexandr Poesjkin

    • Nederlands 
    • Hardcover 
    • 9789067281027 
    • 01 juli 1999 
    • 352 pagina's
    • Novellen in verzen zijn berijmde korte verhalen met een liefdesintrige; behalve Poesjkins eersteling in dit genre, Roeslan en Ljoedmila, hebben al zijn novellen in verzen echter ook een sociaal dan wel een historisch thema. In zijn "Romantische" of "Zuidelijke" versvertellingen (De krijgsgevangene van de Kaukasus, De roverbroers, De fontein van Bachtsjisarai en De zigeuners) staat het conflict tussen de "beschaafde" en "wilde" samenlevingen centraal; daarnaast schreef hij drie komisch-satirische novellen in verzen (het blasfemische Gabriëlslied, het "nihilistische" Graaf Nullin en Het huisje in Kolomna, waarin hij de draak steekt met de poëzie zelf); Angelo is een didactisch-moralistisch antwoord op Shakespeare's Measure for Measure; Poltava en De Bronzen Ruiter, die tot zijn mooiste werk worden gerekend zijn historische novellen. De andere novellen in verzen opgenomen in dit deel zijn: Vadim, Tazit en Jezerski. Het literaire genre van de novelle in verzen (Russisch: "poèma") heeft vanaf het begin van de negentiende eeuw tot op heden altijd een zeer belangrijke rol gespeeld in de Russische poëzie. In de Russische litteratuurgeschiedenis zijn Poesjkins novellen in verzen net zo'n begrip als de romans van Dostojewski of het toneelwerk van Tsjechow.

 

  • Verzamelde Werken Deel 2 - Vroege Lyriek

    Auteur: Alexandr Poesjkin

    • Nederlands 
    • Hardcover 
    • 9789067281096 
    • 01 juli 2002 
    • 420 pagina's
    • Dit eerste van drie delen met de volledig verzamelde lyriek van Alexandr Poesjkin bestrijkt de eerste Petersburgse periode van de dichter. In zekere zin treedt het fenomeen Poesjkin nergens zo direct en zo duidelijk aan de dag als juist in zijn jeugdwerk. De onderwerpen, situaties, stijlfiguren en ideeën van deze eerste gedichten zijn wel niet bijzonder origineel – Poesjkin lijkt voortdurend in gesprek met bekende en minder bekende voorgangers en tijdgenoten, op wie hij reageert, tegen wie hij zich afzet of bij wie hij zich aansluit – maar de volstrekt aparte klasse van het wonderkind is onmiskenbaar. Meer dan in zijn latere werk experimenteert Poesjkin op school met bijzondere metrische structuren en flitsende rijmen. De thematische en stilistische verscheidenheid van zijn vroege lyriek is nauwelijks minder ruim dan in zijn latere werk: elegisch dan wel retorisch, provocatief dan wel traditionalistisch, vulgair dan wel hoogstaand. In het – natuurlijk – integreren van meerdere van deze ogenschijnlijk tegenstrijdige aspecten binnen één gedicht is Poesjkin, althans binnen de Russische literatuur, nooit meer overtroffen.