3 Hardcovers Paul Biegel - vrij zeldzaam - in nieuwstaat

3 Hardcovers met lichte gebruikssporen, algeheel in nieuwstaat, zonder inschrijvingen. Alledrie de boeken met illustraties van Carl Hollander

• Boek 1 - De Zeven Veren van de Papegaai

  Auteur: Paul Biegel Carl Hollander

  • Nederlands 
  • Onbekende bindwijze 
  • 9789025102531 
  • 48 pagina's
  • 2e druk 1975
  • Heel lang geleden leefde er aan de rand van een groot bos een houthakker met zijn vrouw en twee kinderen, Doenja en Jorkos. Iedere dag ging de houthakker met zijn blinkende bijl het bos in, maar op een avond kwam hij niet terug. De volgende avond weer niet, en toe hij de derde dag ook wegbleef, wilden Doenja en Jorkos hun vader gaan zoeken. Maar de moeder zei: `Het bos is veel te groot; jullie zouden verdwalen.'
    Diezelfde nacht kreeg Doenja een droom die haar vertelde waar ze haar vader kon vinden, en de volgende morgen vroeg sloop ze samen met Jorkos het huis uit. En daarmee begint hun spannende, geheimzinnige tocht waarbij zeven veren van een bonte papegaai een belangrijke rol spelen.

• Boek 2 - Miniboekje - Wie je Droomt ben je Zelf

  Auteur: Paul Biegel P. BiegelCo-auteur: C. Hollander

  • Nederlands 
  • Hardcover 
  • 9789070066192
  • 64 blz.
  • 1977
  • Herdruk van het kinderboekenweekgeschenk 1977. Het thema was: 'wie je droomt, ben je zelf', met de bedoeling alle aspecten van het verschijnsel 'dromen' duidelijk te maken aan kinderen. Nadruk werd gelegd op identificatiemogelijkheden van kinderen met figuren uit sprookjes en verhalen. Biegel bewerkte hiertoe het sprookje 'Roodkapje', waarbij hij door rolwisselingen verband heeft gelegd tussen het verhaal en de eigen wereld van het kind. Het verhaal is voorzien van een inleiding over het dromen en van kleurrijke sprookjesachtige 'illustraties'. 

• Boek 3 - Juttertje Tim

  Auteur: Paul Biegel P. Biegel

  • Nederlands 
  • Hardcover 
  • 9789025106461 
  • 1991
  • 128 pagina's
  • Tim wou niet naar zee. Al zijn broers waren zeeman en al zijn zusters waren zeevrouw, maar Tim wou niet. `Het golft zo,' zei hij. Tims vader, die kapitein was op een driemaster, zei dat je daaraan wende. `Met een stevige bries in de rug merk je er niets van jongen. Ga toch een dagje mee, naar Australië of zo.'
    Maar geen van allen kunnen ze Tim overtuigen. Toch houdt hij ontzettend veel van de zee, hij wil er alleen niet op. Als hij twaalf jaar is, vindt zijn moeder dat hij groot genoeg is om voor zichzelf te zorgen en ook zij kiest het ruime sop. En zo komt het dat Tim helemaal alleen achter blijft in het grote huis, dat hoog op een rotsige kust ligt en uitkijkt over zee. Elke dag gaat hij naar het strand om lekker te jutten. En wat hij daar niet allemaal vindt! Een grote zeeroverskist bijvoorbeeld, van vreselijk staal. Wat voor schat zou erin zitten? En van wie zijn de geheimzinnige sporen in het zand, sporen van alleen handen, zonder voeten? En waarom loeren er vijf schurken op het aangespoelde boegbeeld? En hoe komt het bijna verdronken meisje aan al dat goud?
    Tim blijft niet helemaal alleen met al zijn avonturen. Hij krijgt ook hulp, maar niet van iedereen, vooral niet van de verschrikkelijke oom Taddeus. Dat is zo'n man die met zijn blote handen een paard de nek om kan draaien, vijf flessen whisky per dag drinkt, slechte handel drijft en naar de koning spuugt. De eerste de beste dag dringt hij al bij Tim het huis binnen...