2 boeken Fernando Botero - Schilderijen en Sculpturen
Boek 1 - Botero a Piazza Signoria - Paperback in nieuwstaat, zonder inschrijvingen.
LET OP: TEKSTPAGINA'S ZIJN IN HET ITALIAANS
- 150 blz.
- 1999
- Vittorio Sgarbi
115 Bladzijden met paginagrote afbeeldingen van de sculpturen, schilderijen en foto's van de plaatsing van de sculpturen op het plein.
Ca. 35 bladzijden tekst in het Italiaans
De catalogus van de tentoonstelling Botero op Piazza Signoria presenteert schilderijen en sculpturen, biedt enkele afbeeldingen die verband houden met de installatie van de tentoonstelling en gaat tot slot vergezeld van een essay van Vittorio Sgarbi.
Boek 2 - Fernando Botero - Plastiken - Paperback met lichte vochtsporen aan de zijkant van het boek - algeheel in goede gave staat, zonder inschrijvingen.
- 52 blz.
- 1998
- Catalogus uit 1998 naar aanleiding van 2 tentoonstellingen in Eltville en Bamberg
In 1956, toen hij in Mexico-Stad woonde, schilderde hij een mandolin met ongebruikelijk klein geluidsgat, waardoor het instrument plotseling een overdreven afmeting kreeg. Dit was het begin van Botero´s levenslange onderzoeking van het volume.[1] Botero maakte bronzen beelden, schilderijen en tekeningen die op het eerste gezicht vooral dikke, opgezwollen mensen afbeelden. Botero zei hier zelf over dat het geen dikke mensen zijn, maar dat hij door de omvang van de voorwerpen en lichaamsdelen het relatieve belang daarvan wil aanduiden, en dat het ook het plezier aanduidt. De gezwollen mensen lijken vaak enigszins te zweven en doen geenszins zwaar aan. De hoofden zijn meestal relatief groot (tot wel een kwart van het lichaam), de handen en voeten zijn daarentegen meestal zeer klein. De trekken in het gelaat (de mond, ogen etc.) zijn kleiner dan in de realiteit. Vaak kijken de geportretteerde personen scheel. De gezichten lijken echter wel "typisch" Zuid-Amerikaans. Vrouwen hebben kleine borsten die niet lijken te passen bij hun dikke billen en dijen en worden vaak afgebeeld met gekruiste benen en één arm boven het hoofd. De hoofden van paarden zijn echter vaak kleiner afgebeeld dan zij in werkelijkheid zouden zijn. De kunst van Botero is zeer toegankelijk en heeft vaak een komisch en een ontroerend, maar soms ook een schokkend effect op de toeschouwers.
Omtrent de pseudonaïeve figuratieve stijl van Botero heeft men het vaak over gonflettestijl, zelfs over boteromorfisme. Gonflette is Frans voor bodybuilder. Bij zijn eigen stijlomschrijving valt herhaald zijn magisch woord het plastische, dat hij in elke figuur of elk beeld betracht, waarbij hij aanduidt dat het puur plastische primeert en opvallend leidt tot het immobilisme van zijn voorstellingen. Zijn eigen stijlaanduiding is dan ook; 'plasticisme'. Anekdotisch vertelde hij, dat hij bij het tekenen van een mandoline het te kleine gaatje van de klankkast tekende en ineens de monumentale plasticiteit van het muziekinstrument zag. Botero gebruikt weinig stofuitdrukking, waardoor elk oppervlak dezelfde, doffe, structuur lijkt te hebben.
Botero maakte in zijn geheel eigen stijl kopieën van beroemde werken van oude meesters, zoals Diego Velázquez en Leonardo da Vinci. Ook ontleende Botero bloederige en gewelddadige thema's aan de burgeroorlog in Colombia. Zo schilderde hij afbeeldingen van de president, van een arrestatie, van executies en van huilende weduwes. Maar ook schilderde hij feestende en dansende mensen, vaak onder het licht van enkele kale peertjes. Nooit echter is er een glimlach te zien op de gezichten. Botero schildert ook stillevens en landschappen.
In zijn recente werk sloeg Botero de richting in van de ethische aanklacht. Net als Picasso destijds, met zijn Guernica, klaagde hij de macabere schandaalscènes aan van de recente oorlogsexcessen. Zo vormden de wreedheden uit de Iraakse Abu Ghraibgevangenis het thema van de werken die hij in 2005 liet zien tijdens zijn expositie in het Palazzo Venezia, de oud-residentie van Benito Mussolini in Rome. Net zoals hij het geweld in zijn geboorteland Colombia met zijn voortdurende burgeroorlog aan de kaak stelde en in tegenstelling tot zijn meer beminnelijke en vaak komische figuren, nam hij opnieuw de taak op zich komende generaties te herinneren aan het onrecht van zijn tijd.